Waarom een schildpaddenreservaat noodzakelijk is
Waarom een schildpaddenreservaat noodzakelijk is?
Keuzes maken is niet altijd eenvoudig. Toch is er voor ons één uitgangspunt dat altijd vooropstaat: het welzijn van de schildpadden die zijn gedumpt of afgestaan. In plaats van weg te kijken en deze dieren hun lot te laten ondergaan in een sloot waar ze vaak lijden en verzwakken, hebben wij gekozen om ze een veilige plek te bieden. Wat begon als een keuze, is inmiddels uitgegroeid tot een duidelijke missie: zorgen voor een betere toekomst voor deze dieren én bescherming van onze natuur.
Veel mensen kennen het beeld: een schildpad in een sloot of meertje die daar al jaren lijkt te leven. Het roept vragen op: “Redden ze zich daar dan niet gewoon?” Het korte antwoord: sommige soorten kunnen hier een tijd overleven, maar dat is niet hetzelfde als een gezond en veilig leven leiden. Er moet rekening gehouden worden met een nuance ten aanzien van exoten in een koudere omgeving en hun aanpassingsvermogen. Dit is ook min of meer de reden dat ze vaak invasief zijn of worden.
Klimaat & overwintering
De waterschildpadden die in Nederland worden gevonden, zijn exoten die ooit als huisdier zijn aangeschaft. Ze komen vaak uit Noord-Amerika (zoals roodwangen, geelwangen en geelbuiken) of uit tropische gebieden (zoals Afrikaanse helmschildpadden of Aziatische moerasschildpadden).
- In de vrije natuur hier: ondiepe sloten vriezen ’s winters vaak tot de bodem dicht, er is weinig zuurstof en nauwelijks beschutting. Schildpadden raken verzwakt, kunnen ziektes oplopen of sterven langzaam door voedseltekort of bevriezing.
- In ons reservaat: de vijvers zijn diep (1,5–2,5 m), hebben verschillende bodemlagen (zand, bladeren, slib) en zijn voorzien van rietkragen en structuren. Daardoor kunnen schildpadden zich ingraven en veilig in winterrust gaan, met altijd voldoende zuurstof door fonteinen en beluchting.
Zo ontstaat een stabiele omgeving die de natuurlijke leefwijze van Noord-Amerikaanse soorten nabootst, maar die in Nederland in het wild niet aanwezig is.
Zon, schuilplekken & gedrag
Schildpadden hebben meer nodig dan water alleen:
- Zonplekken om hun lichaam op te warmen en hun spijsvertering en immuunsysteem goed te laten functioneren.
- Rustzones en schuilplaatsen waar ze zich terug kunnen trekken.
- Structuren en rietkragen die stress verminderen en beschutting geven tegen roofdieren of verstoring.
In een gewone sloot of standaard folievijver ontbreken deze voorwaarden bijna altijd. In het reservaat zijn ze doelgericht aangelegd.
Voeding & gezondheid
In het wild in Nederland is er meestal te weinig geschikt voedsel op het juiste warme moment. Schildpadden eten dan wat ze tegenkomen: brood, afval, zieke vissen. Dit leidt tot tekorten, vervormingen van het schild, parasieten, ziekten.
Ons reservaat biedt:
- een rijk ecosysteem met waterplanten, insecten en kleine vissen;
- gerichte hoogcalorische bijvoeding afhankelijk van soort en seizoen;
- schoon en zuurstofrijk water, met natuurlijke filterzones.
Hierdoor blijven de dieren sterk en gezond, in plaats van weg te kwijnen zoals vaak in de vrije natuur.
Bescherming van de inheemse natuur
Naast het welzijn van de schildpadden speelt ook de bescherming van onze eigen natuur een rol. Uitgezette exoten zoals Trachemys, Pseudemys en zelfs Serpentina kunnen:
- (jonge)waterplanten wegvreten en ecosystemen verstoren,
- jonge vissen (jongbroed) en amfibieën opeten,
- nesten van vogels verstoren,
- ziektes overdragen aan de zeldzame Europese moerasschildpad (Emys orbicularis).
In ons reservaat is dat uitgesloten:
- de vijvers zijn afgesloten,
- voortplanting wordt voorkomen (nesten worden opgespoord en verwijderd),
- ontsnapping naar natuurgebieden is onmogelijk.
Zo combineren we dierenwelzijn met natuurbehoud.
Uit aquarium of natuur: drie opvangroutes
Aquariumdieren
Schildpadden die jarenlang in verwarmde aquaria hebben geleefd, missen vaak de vaardigheden om direct buiten te overleven. Ze krijgen daarom eerst een periode in onze binnenopvang om uit te wennen: leren omgaan met verschil in lengtes daglicht, soortgenoten, lagere temperaturen en veel verschillende soorten (natuurlijk) voedsel. Pas na jaren worden ze voorzichtig naar een buitensetting overgeplaatst, met veel monitoring. Wellicht nog niet meteen een heel jaar buiten maar uiteindelijk wel.
Gevonden buitendieren
Schildpadden die al jaren in de vrije natuur leven, zijn vaak verzwakt, hebben parasieten of verwondingen. Zij worden eerst medisch behandeld en hersteld, maar kunnen daarna sneller terug naar buiten, omdat ze al aan de seizoenen gewend zijn. Deze dieren zijn vaak verwilderd en schuchter. Het binnenhouden zou hen onnodig veel stress bezorgen.
YOPI-dieren (Jong, Oud, Zwanger, Immuungecompromitteerd)
Niet alle schildpadden zijn in staat om veilig buiten te leven, zelfs niet in onze speciaal ingerichte vijvers. Jonge dieren zijn kwetsbaar omdat ze hun vetreserves en weerstand nog moeten opbouwen. Oudere dieren hebben vaak een verminderde conditie of chronische klachten. Drachtige vrouwtjes en schildpadden met een zwak immuunsysteem lopen verhoogde risico’s bij temperatuurschommelingen en in de winterrust. Deze YOPI-dieren verblijven daarom in de binnenopvang of gaan slechts korte periodes naar buiten, onder streng toezicht. Zo waarborgen we hun gezondheid én veiligheid.
Zo krijgt elke schildpad de zorg die past bij zijn achtergrond en fysieke toestand, met oog voor zowel welzijn als populatiebeheer.
Bescherming tegen moderne gevaren
In de vrije natuur lopen schildpadden ook menselijke risico’s:
- verstrikking in vistuig en vishaken
- Verwondingen door boten e.d.
- Slootonderhoud / baggeren
- aanrijdingen bij het zoeken naar nestplekken
- afval en vervuiling van waterlichamen
In het reservaat zijn ze hiertegen beschermd, en kunnen ze veilig oud worden.
Waarom niet terug naar het land van herkomst?
Terugplaatsen in het oorspronkelijke leefgebied lijkt logisch, maar is verboden en gevaarlijk:
- Schildpadden kunnen ziektes meenemen die schadelijk zijn voor de lokale fauna.
- Veel dieren zijn al generatieslang in gevangenschap, en passen genetisch niet meer bij de wilde populaties. Of de dieren zijn daar inmiddels ook overtollig (invasief)
- Invoering in bestaande natuurgebieden kan daar juist ecologische schade veroorzaken.
Daarom is een reservaat de enige verantwoorde diervriendelijke optie naast euthanasie.
Overwintering van Trachemys-soorten in het reservaat (roodwang, geelwang, geelbuik)

Dit zijn de meest voorkomende soorten die in het reservaat wonen. Daarom voor de verduidelijking hoe dat precies werkt met hun winterrust:
1. Voorbereiding (najaar, september–november)
- Schildpadden beginnen minder te eten of eten zelfs niet meer, ze hebben in het voorjaar voldoende kunnen opnemen om hun vetreserves aan te leggen voor de koudere periode.
- Ze zoeken rustigere plekken in de vijver op, vaak in de buurt van slib- en bladlagen en riet.
- Het zonnebaden neemt af zodra de dagen korter en kouder worden.
2. Ingraven en rust (november–maart)
- Bij temperaturen onder ~10 °C worden de dieren inactief.
- Ze zakken af naar de diepere zones (1,5–2,5 m) van de vijver.
- Daar graven ze zich gedeeltelijk in de zachte modder- en bladlagen in.
- Stofwisseling daalt sterk: hartslag en ademhaling vertragen.
- Zuurstof nemen ze voornamelijk op via huid, keelslijmvliezen en cloaca; actieve ademhaling stopt grotendeels.
3. Veiligheidsfactoren in het reservaat
- Diepte: 1,5–2,5 meter zorgt dat het water op de bodem niet bevriest (blijft rond de 4 °C).
- Bodemlagen: zand, bladeren en slib geven een natuurlijke buffer en schuilplek.
- Zuurstofvoorziening: fonteinen en beluchting voorkomen zuurstoftekort en houden wakken open.
- Rustzones: weinig verstoring, zodat dieren ongestoord hun winterrust kunnen houden.
4. Voorjaar (maart–april)
- Zodra de watertemperatuur weer stijgt boven 10–12 °C, worden de schildpadden actiever.
- Ze komen naar boven, zoeken zonplekken en hervatten hun normale voedingsgedrag.
- De afgebouwde vetreserves worden weer aangevuld met vers voedsel.
Waarom geen verwarming of warmtelampen in de winter?
Verwarmen en lampen aanbieden in de winter is gevaarlijk omdat het de natuurlijke winterrust verstoort, tot energie-uitputting en temperatuurschokken leidt, en gezondheidsproblemen veroorzaakt. Schildpadden zijn juist geëvolueerd om in koude waterlagen in rust te overleven — het is voor hun welzijn veiliger om de natuur te volgen in plaats van die te verstoren.
1. Verstoring van de winterrust
Schildpadden zoals Trachemys, Pseudemys en Chrysemys hebben een natuurlijke winterrust. Daarbij gaat hun stofwisseling omlaag en leven ze op heel lage energie.
- Als je het water lokaal verwarmt of warmtelampen aanbiedt, kunnen ze uit hun rust “wakker” worden.
- Het dier verbruikt dan energie en reserves, maar vindt in de winter weinig of geen voedsel.
- Gevolg: ze teren uit, verzwakken of sterven door energie-uitputting.
2. Temperatuurschokken
Een warme plek boven water lijkt aantrekkelijk, maar:
- Als een schildpad zich opwarmt en daarna weer in ijskoud water springt, ontstaat er een plotselinge temperatuurschok.
- Dit kan leiden tot stress, longontstekingen en aantastingen van het immuunsysteem.
- Het verschil tussen bijvoorbeeld 25 °C op een zonneplek en 4 °C in de vijver is te groot om veilig te verwerken.
3. Onnatuurlijk gedrag
In de natuur zoeken deze soorten geen warme plekken in de winter:
- Ze graven zich in en vertragen hun stofwisseling.
- Door kunstmatige warmte raken ze in de war: ze “denken” dat het lente is, maar er is geen voedsel en de omstandigheden zijn ongeschikt voor actief gedrag.
- Dit kan leiden tot desoriëntatie, uitputting en sterfte.
4. Gezondheidsrisico’s door halfslachtige activiteit
Een schildpad die half actief wordt door warmte, maar niet volledig wakker kan functioneren, loopt risico op:
- infecties (bijv. longontsteking door te snelle wisseling tussen warm en koud),
- verminderde weerstand,
- parasieten en bacteriële problemen die normaal door volledige rust of volledige activiteit onder controle blijven.